Gezondheid

Vier mythes over je blaas en plasgewoontes

Onze expert, Hedwig, neemt enkele mythes over onze blaas en plasgewoontes onder de loep.

Vrouw met fietskledij op het toilet

Verder lezen?

Deze pagina is exclusief voor onze A Bloc Members!

Ontdek hier de voordelen van een lidmaatschap

Misschien luisterde je al naar de podcast met Elke en mezelf (Episode 9 van The Women Peloton Podcast). Elke stelde enkele heel herkenbare vragen. Heb jij soms ook last van veelvuldig gaan plassen vooraleer je een grote fietstocht start? Je bent waarschijnlijk zenuwachtig! En dat voelt je blaas ook. Stress kan een onmiddellijk effect hebben op je blaas en bekkenbodemspieren. Als je na het plassen als snel terug een drang voelt om te plassen. Heb je wellicht je blaas niet leeggeplast, of reageert je blaas gewoon op die stress. Ook je voeding en drankschema van die ochtend (en/of de avond voordien) kunnen je hele systeem wel wat veranderen.

Maar let’s start with the basics.
Veel vrouwen weten niet precies hoe hun blaas juist werkt. Sterker nog, het lijkt wel alsof sommige mythes van generatie op generatie onder vrouwen worden doorgegeven. Onschuldige tips en hints die je van jongs af aan hebt aangeleerd, kunnen onbewust verkeerd blaasgedrag veroorzaken en zo bekkenbodemproblemen in de hand werken.

Enkele mythes en veel betere tips uit Het Bekkenbodemboek, van Hedwig Neel - onze pelvic en womens health expert.

Mythe 1. Uit voorzorg even plassen!

Just in case. Heb je de gewoonte om altijd nog snel even te plassen voordat je het huis verlaat en overal waar je aankomt, eerst even te gaan plassen? Als die gewoonte een routine wordt, dan luister je zelden naar je blaas. Het kan je normale blaaswerking en
blaasgevoel verstoren. Misschien zet je ook te veel druk om snel snel dat just-in-caseplasje eruit te drukken?
Probeer dat liever te vermijden; een gezonde volwassen blaas kan met gemak 500 ml ophouden. Terwijl je blaas zich geleidelijk aanvult, kan de drang om te plassen oplopen. Probeer dus bij die eerste gevoelens niet onmiddellijk toe te geven, maar leer de signalen van je blaas goed begrijpen.
Pas als je voelt dat de drang sterker wordt en je waarschijnlijk eerder 350 à 500 ml in je blaas hebt, ga je het best plassen. Bijhouden wat je precies gedronken en gegeten hebt (in fruit en groenten zit bijvoorbeeld ook heel wat vocht, waardoor je misschien wat sneller weer een gevulde blaas zult hebben), kan je helpen om je lichaam te begrijpen.

Ja… mooi gezegd, zal jij als fietsster nu denken. Je stopt waarschijnlijk niet zo graag onderweg om even te plassen. Dus op voorhand gaan, net voor je vertrekt, is dan toch een absolute noodzaak…?! Natuurlijk kan het geen kwaad als je die gewoonte inbouwt, vlak voor elke grote fietstocht. Maar maak er geen dagelijkse gewoonte van. En neem je tijd. Als je goed en rustig leegplast voor je rit, kan je er ongetwijfeld even tegen. Vertrouw je lichaam.

Mythe 2. Openbare toiletten zijn vuil.

Ga maar beter niet op die bril zitten, want dan kom je misschien met vieze bacteriën in contact en krijg je een blaasinfectie. Ben jij ook zo iemand die altijd boven het toilet hangt te zweven, het liefst met je broek ook veilig hoog, om contact met die vuile grond te vermijden? Wel, die gewoonte kan juist meer problemen veroorzaken.
Door de spierspanning die je opbouwt om die ongemakkelijke houding aan te nemen, zwevend boven het toilet, kun je je bekkenbodemspieren minder goed loslaten en ontspannen. Je plast waarschijnlijk daardoor je blaas onvoldoende leeg. Het kleine restje urine dat achterblijft, is een broeihaard voor bacteriën en kan een blaasinfectie veroorzaken. Ga dus liever altijd goed gesteund zitten op de bril, laat je kledij voldoende zakken, ontspan je buik en bekkenbodem, en plas rustig leeg.

Geen gemakkelijke tips, als je ergens onderweg tijdens een fietstocht misschien moet plassen in zo’n festival-achtig-toilethokje of zelfs gewoon in de bosjes. Maar toch is het net dan ontzettend belangrijk dat je toch je tijd even neemt, je fietsbroek goed laat zakken en echt je bekkenbodem goed ontspant. Dat lukt je wel!

Plassen in de bosjes is vaak part of the 'cyclist-life'.

Mythe 3. Plas maar goed door, een sterke plasstraal is het teken dat je flink plast.

Druk jij steeds op je blaas om met een sterke plasstraal je blaas te ledigen? Ook dat doe je beter niet. Als je rustig en goed neerzit op de bril en je bekkenbodemspieren loslaat, zullen je hersenen onbewust je blaas aansturen om zichzelf leeg te knijpen. Laat je blaas dus doen waarvoor ze dient. Het is een spier die zich rustig en gecontroleerd zal leegknijpen.

Spaar je krachten maar voor je fietstocht. Geen spierinspanning tijdens het plassen! Neem rust en tijd voor jezelf.

Mythe 4. Bekkenbodemspieren zijn belangrijk, je traint ze het best met de urinestop.

Als je in kleine straaltjes kunt plassen, weet je dat het goed zit daaronder. Neen, urinestop is helemaal geen goede bekkenbodemspieroefening. Bij de urine- of zogenaamde pipistop laat je eerst je plas lopen en knijp je dan je bekkenbodemspieren toe om je plas trots op te houden. Als dat lukt, weet je dat je bekkenbodemspieren goed samentrekken. Maar als je dat een aantal keer na elkaar doet, verstoor je het evenwicht tussen je blaas en bekkenbodem. Je blaasspier is een gladde spier, een spier die onbewust door je hersenen wordt aangestuurd. We kunnen die spier niet écht controleren. Vergelijk het met je hartspier: ook dat is een spier die je niet zomaar even kunt ophouden of stilleggen

Gebruik die inzichten in je eigen lichaam goed. Je zal gauw merken dat je de controle over je blaas kan verbeteren en ongemakken leert vermijden.

Dus conclusie voor de gemotiveerde fietsster: plassen is misschien niet je favoriete quality-time maar toch een belangrijk momentje me-time. Neem tijd voor je lichaam. Durf rust zoeken, ontspan je bekkenbodemspieren goed en laat je blaas haar werk doen. Zij plast zichzelf wel leeg.

Alles goed gelopen? Eén of meerdere uurtjes op de fiets gezeten, gegeten en gedronken? Dan is het niet abnormaal dat je een sterke plasdrang voelt als je van dat zadel komt. Je blaas is waarschijnlijk goed gevuld en wil zich ledigen. Knijp je bekkenbodemspieren even enkele seconden heel sterk dicht. Dan merkt je blaas dat de poortjes nog niet open staan onderaan. En wacht die nog even af. Eens je op toilet zit, ontspan je maar en doet ze graag haar werk.
PS: merk je dat het optrekken van die bekkenbodemspieren moeilijk lukt? Je kan ook met je hand wat extra druk geven ter hoogte van je plasgaatje, dat helpt ook om de plasdrang te verminderen. Maar onthoud dan wel dat je misschien toch eens bij een gespecialiseerde kinesist kan langsgaan om die bekkenbodemspieren te laten controleren, want pipi-stop is géén goeie oefening. Dat weet je nu intussen ook.

Herbeluister de podcast aflevering met Hedwig en Elke hier: